‘Born In Chicago’ van de Amerikaanse filmmakers John Anderson en Bob Sarles vertelt het verhaal van de Chicago Blues. Hoe de muziek werd meegebracht door de Afro-Amerikaanse migranten die van de Mississippi-delta naar Chicago verhuisden. Muddy Waters, Howlin’ Wolf en B.B. King namen hun platen op in de South Side van Chicago en werden beroemdheden.
Eind jaren 50 stond de dynamische blues scene in Chicago op een kruispunt. De oervaders van de muziek, Muddy Waters en Howlin’ Wolf, waren nog altijd actief en traden vaak op in de vele bluescafé’s in het zuiden en westen van de stad. Maar de blues leek over zijn piek heen, nu het jonge Afro-Amerikaanse publiek Motown had ontdekt en de soul van James Brown.
Ondertussen luisterden steeds meer jonge witte muzikanten, zoals Paul Butterfield, Mike Bloomfield, Elvin Bishop en Steve Miller, naar de radiostations waar ’s nachts deze verboden bluesmuziek werd afgespeeld. Begin jaren 60 begonnen zij ook de café’s en clubs te bezoeken om de bluesartiesten live te zien. Al snel werden zij door de zwarte muzikanten op het podium uitgenodigd en ontstond een nieuwe en levendige Chicago bluesscene.
Op die manier werd een heel nieuwe generatie muzikanten geïnspireerd door de Chicago blues: Bob Dylan, the Rolling Stones, Janis Joplin, de Siegel-Schwall Blues Band, zelfs The Ramones. In ‘Born In Chiacgo’ (een bluesnummer geschreven door Nick Gravenites) wordt de geschiedenis van de Chicago blues verteld door acteur Dan Aykroyd (The Blues Brothers).
Op het Music Film Festival in Tilburg is bluesgitarist Robbert Fossen te gast, hij geldt als de Chicago blueskenner in Nederland. Ook spreken we via videoverbinding met regisseur John Anderson in Chicago. Robbert Fossen speelt nadien nog enkele bluesnummers op de gitaar/zang.